Leven in twee huizen, een nieuwe vorm van stabiliteit?

Leven in 2 huizen, een nieuwe vorm van stabiliteit?

Permanent pendelen tussen twee huizen en twee gezinnen, wonen op twee plekken met bonus-, plus- of stiefouder en hele of halve broers en zussen…hoe is dat eigenlijk? De Volkskrant van 12/01/19 maakte er een reportage over. Ook bij ons verschijnen er geregeld bijdragen van wetenschappers en onderzoekers over het verblijfsco-ouderschap.

Verblijfsco-ouderschap zit in de lift

Volgens De Volkskrant heeft in Nederland de trend van co-ouderschap een vlucht genomen sinds de wettelijke invoering van het verplichte ouderschapsplan (schriftelijke niet-juridische afspraken over de kinderen). In 2000 woonde nog maar 5 procent van de kinderen afwisselend bij beide ouders, nu is dat al 27 procent. De rest woont na een scheiding bij één van beide ouders, meestal de moeder.

twee huizen

In België geven recente cijfers aan dat er in zowat 40 procent van de scheidingen tot verblijfsco-ouderschap wordt overgegaan. Dat is een flinke stijging tegenover de 3 procent van 20 jaar geleden. Die stijging is te wijten aan de nieuwe wetgeving van 2006 waarbij de rechter co-ouderschap als eerste mogelijke verblijfsregeling moet overwegen, en ook dankzij de sensibilisering van een groot aantal vadergroepen. Maar ook in België blijft hoofdverblijf bij de moeder het populairste.

Wat is de beste regeling?

Volgens de Finse socioloog Turunen (studie in 2017) geeft leven in twee huizen geen instabiliteit maar net een nieuwe vorm van stabiliteit. Hij ontdekte dat kinderen die ongeveer evenveel tijd doorbrengen bij beide ouders minder stress ervaren, zelfs als er conflict is tussen hun ouders. Ook een Amerikaanse overzichtsstudie uit 2017 van 40 internationale studies toont aan dat het gemiddeld goed gaat met kinderen in een verblijfsco-ouderschap. Ze zouden het beter doen dan kinderen die bij een van beide ouders opgroeien. Kanttekening hierbij: de studies bevroegen enkel de ouders, niet de kinderen.

Werkt het echt wel?

Niet alle experts zijn uitgesproken positief. Of co-ouderschap werkt verschilt per kind en per ouder, volgens hoogleraar Jeugdstudies Finkenauer (Universiteit Utrecht). Er zijn 3 zaken die een kind nodig heeft om een gezonde ontwikkeling door te maken en net die 3 zaken komen bij een scheiding onder druk te staan: de ouder-ouderrelatie, de ouder-kindrelatie en de sociale en materiële hulpmiddelen zoals een huis, geld, school, vrienden. Ook andere experts vinden de intentie om beide ouders de betrokken zorg voor de kinderen te geven positief, maar hebben hun bedenkingen bij de samenwerking die dit van ouders vergt. Daar wil het immers wel eens mis gaan omdat ouders, zeker de eerste tijd na een scheiding, vooral door de eigen emoties in beslag worden genomen.

Extra ontwikkelingstaak

Opgroeien in twee huizen is hoe dan ook een extra ontwikkelingstaak, vinden experts. Dat is niet goed of slecht, het is gewoon een gegeven. Kinderen kunnen overigens heel veel aan, ze zijn flexibel en wennen aan dingen… zolang er maar voldoende steun is van de ouders.

In een volgend artikel geef ik 7 tips van experts om van verblijfsco-ouderschap een succes te maken. Ook in een vorig artikel Co-ouderschap bij scheiding vindt u hierover info.

Bron: ‘Permanent pendelen tussen je ouders’ van Ianthe Sahadat in De Volkskrant (12/01/19)