Echtscheidingen voor de familierechtbank

Echtscheidingen voor de Familierechtbank: ‘Je moet soms meer psycholoog zijn dan jurist’

Sinds drie jaar worden echtscheidingen, erfenissen en andere familiegebonden materies behandeld door zogenaamde familierechters. Knack redacteur Michel Vandersmissen sprak met twee van hen. Hieronder een ingekorte versie van het artikel.

Familierechtbanken kreunen onder het werk

Jaarlijks vragen in ons land zo’n dertigduizend echtparen de scheiding aan. Zij moeten vaak minstens één keer voor de familierechter verschijnen. Vroeger werden echtscheidingen door verschillende rechtbanken behandeld: de jeugdrechter, de rechter van eerste aanleg, de vrederechter en zelfs de arbeidsrechtbank. Toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) besloot een einde te maken aan die versnippering en richtte bijna vier jaar geleden de familie- of gezinsrechtbanken op.

‘Eén familie, één dossier, één rechtbank.’ Zo vat Goedele Vandenbrande de filosofie van de nieuwe rechtbank samen. Zij is familierechter in Mechelen. ‘Alle familiegebonden materies worden geconcentreerd in één rechtbank.’ Dat moet leiden tot meer efficiëntie en geharmoniseerde procedures. Een echtscheiding in Hasselt behoort op dezelfde manier te verlopen als in Oostende.

Nog een voordeel is dat je telkens voor dezelfde magistraat verschijnt, vindt Daniel Van den Bossche, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Gent en familierechter. ‘Zo kun je een gezin gedurende een hele tijd opvolgen en hoeven mensen niet telkens opnieuw hun verhaal te doen aan een andere rechter.’

familierechtbankDe familierechtbanken beschikken over een uitgebreid pakket bevoegdheden. Het overgrote deel van hun tijd besteden ze aan echtscheidingen en de gevolgen daarvan: wie betaalt alimentatiegeld aan wie en hoeveel? Wie krijgt het hoederecht over de kinderen? Wat gebeurt er met het kindergeld? Familierechters zijn bovendien bevoegd voor afstammingsgeschillen en adoptie, en voor schenkingen en erfenissen – nog zo’n grote bron van ruzies.

Dat er behoefte was aan familierechtbanken bewijzen de cijfers: het eerste jaar van hun bestaan werden meer dan 80.000 dossiers behandeld. De meerderheid betrof echtscheidingen (33.970) en jeugdzaken (33.436).

Als een echtpaar wil scheiden, is de familierechter verplicht om hen veertien dagen na het indienen van het verzoekschrift te ontvangen op de rechtbank. Goedele Vandenbrande vindt die periode te kort: ‘De betrokkenen en hun advocaten zijn meestal niet klaar met de voorbereiding van hun zaak. De eerste verschijning beperkt zich dan ook vaak tot een formele inleiding.’

Daniel Van den Bossche in Gent organiseert de zaken anders. ‘Het is niet klantvriendelijk om mensen naar de rechtbank te laten komen als hun zaak toch niet echt behandeld wordt. We proberen daarom elke zaak meteen aan te pakken en nemen soms dringende maatregelen, zoals het weghalen van een kind bij een van de partners.’

Sommige echtparen komen naar de familierechtbank met een minnelijke schikking. Goedele Vandenbrande is daar een groot voorstander van. ‘In de praktijk werkt zo’n akkoord vaak beter dan een regeling die door de rechtbank wordt opgelegd. Het zou een grote besparing van mensen en middelen zijn, mochten onze cliënten zelf wat meer met elkaar overleggen, in plaats van alles in de handen van de rechtbank te leggen.’

Daniel Van den Bossche beaamt dat mensen te snel naar justitie stappen bij een conflict. ‘We maken ruzie met de buurman en de rechter moet maar beslissen wie gelijk heeft. Veel mensen hebben blijkbaar verleerd hoe ze een ruzie moeten bijleggen.’

Twaalf minuten per dossier

‘Het klopt dat de familierechtbanken overbelast zijn’, stelt Van den Bossche. ‘In Gent doen de zeven familierechters het werk dat voorheen door tien vrederechters werd gedaan. De rechtbank van eerste aanleg kreeg de voorbije jaren voortdurend nieuwe taken: fiscaliteit, de familierechtbanken, strafuitvoeringsrechtbanken, internationale ontvoeringen van kinderen, administratief werk. Maar het aantal personeelsleden is niet in dezelfde mate meegegroeid.’

Goedele Vandenbrande probeert in Mechelen het aantal dossiers per zitting te beperken tot twintig, terwijl sommige collega’s er meer dan zestig op een dag afhaspelen. ‘Hoe kun je dan nog goed luisteren naar de verhalen van die mensen? In een ideale situatie leid ik aan het begin van een zitting acht tot tien nieuwe zaken in, en daarna doe ik een tiental pleitzaken waarin we naar de betrokkenen en hun advocaten luisteren. Ik heb uitgerekend dat ik op die manier twaalf minuten per dossier heb. Dat is natuurlijk veel te weinig, zodat de voormiddagzittingen bijna elke dag flink uitlopen tot een eind in de namiddag. Het is hollen van de ene zaak naar de andere, van de ene familiekamer naar de andere. De eerste zaak om 9 uur ‘s morgens zou ik even geconcentreerd moeten volgen als de laatste in de namiddag. Maar zo veel mensen, zo veel verhalen: dat is niet evident. Een enkele keer gaat het er zo heftig aan toe dat ik een van beide ruziemakers de gang op moet sturen om af te koelen.’

Daniel Van den Bossche voelt zich geregeld ’emotioneel leeg’ na weer een lange zitting. ‘Dit werk is totaal anders dan wat bijvoorbeeld een handelsrechter doet. Die heeft te maken met facturen, met bedrijven. Wij met mensen in de knel, die huilen, roepen en tieren. Je moet veel over je heen laten gaan. ‘s Avonds ben ik doodop. Dit is zo’n speciale job. Je moet niet alleen een goed jurist zijn, maar ook een psycholoog.’

 

Beide rechters zijn van mening dat mensen te snel opteren voor een juridische procedure. Zij zijn beiden voorstander van een onderhandelde regeling tussen de ex-partners. Dat kan via bemiddeling. Wat meer is, volgens de nieuwe bemiddelingswet moeten rechters, advocaten en gerechtsdeurwaarders eerst bemiddeling een kans geven/voorstellen vooraleer zij overgaan tot een gerechtelijke procedure. Een onderhandelde oplossing is immers veel duurzamer dan een opgelegd vonnis door de rechtbank. Bemiddeling is daarbij niet alleen goed om de rechtbanken te ontlasten, het is ook een snellere en goedkopere oplossing. Bovendien hoeven getrouwde partners die scheiden door onderlinge toestemming, vanaf september 2018 niet meer voor de Familierechtbank te verschijnen. De echtscheidingsprocedure kan dan volledig schriftelijk verlopen.

Lees meer hierover in:

Scheiden? Vermijd een rechtszaak, kies voor bemiddeling.

Scheiden zonder naar de rechtbank te moeten.

Het volledige artikel  ‘Familierechtbanken kreunen onder het werk’ (Michel Vandersmissen) kunt u lezen op www.knack.be